Leo Frugte; de vooroorlogse jaren
Altijd was in ons gezin de Tweede Kerstdag een heel bijzondere dag. Jarenlang heb ik nooit geweten waarom. Als kind vroeg ik er niet naar. Waarom ook, ik nam het als vanzelfsprekend aan dat de familie op Tweede Kerstdag bij ons kwam. En de reden werd ook niet verteld. Totdat ik ontdekte dat deze 26 december de verjaardag was van mijn vader, die ik nooit heb gekend. Af en toe zei mijn tante wel eens dat mijn vader zo’n geweldige lieve man was. Ik wilde het best geloven. Mijn moeder, An de Kruijf, zei altijd dat er maar één Leo was. Onvervangbaar. ‘Mijn Leo’ zei ze altijd. En later, na het lezen van alle brieven, verhalen, herinneringen van anderen, begrijp ik ook waarom. Hij wás een lieve man.
‘Mijn Leo’. Mijn vader. Geboren op 26 december 1913 in Hoofddorp, de belangrijkste plaats in de gemeente Haarlemmermeer. Zijn ouders waren Karel Frugte en Johanna Scheepmaker, een opa en oma die ik ook nooit heb gekend want ze waren al overleden toen ik in 1949 werd geboren. Leo heette voluit Leonard Johan. Leonard, de dappere sterke leeuw, zoals de uitleg van deze naam is. Dapper en sterk. Dapper? Misschien. Sterk, ja, dat ongetwijfeld. Leo, de sterke en zo geliefde leeuw, overleed op tragische wijze begin augustus van het jaar 1951, 37 jaar oud.
Herinneringen aan zijn overlijden, het verdriet in de familie, de begrafenis…..ze zijn er niet. Ooit was er nog een herinnering die ik had: ik liep samen met mijn vader, mijn kleine hand in zijn grote knuist, op de dijk bij het Jan van Galenpark, het latere Erasmuspark. Een herinnering die echter al vele jaren uit mijn systeem is verdwenen.
In mijn kinderjaren, en ook later, werd nooit gepraat over de gebeurtenissen rond zijn overlijden en wie mijn vader eigenlijk was. Ja, hij kon goed schrijven. Hij had een goede baan. Schreef voor Sport en Sportwereld. Hij was fijnbesnaard, zo werd over hem verteld. En hoe hij stierf? Een hartaanval, zo kreeg ik later te horen. Een ongeluk, ook die uitleg werd gegeven. Ik geloofde het. Maar de waarheid was anders. Vervolgens bleek het zelfmoord te zijn. Maar tegen het eind van de vorige eeuw, vlak voor het overlijden van mijn moeder, werd duidelijk dat het niet echt zelfmoord was en begreep ik ook waarom er nooit over werd gepraat. En ook dat het zeer waarschijnlijk toch min of meer een ’tragisch ongeval’ was.
Vroege jeugd
We gaan terug naar de vooroorlogse jaren van Leo Frugte, mijn vader. Terug naar 1913, het jaar waarin hij werd geboren. Bijna twee jaar eerder overleed grootvader Karel’s eerste vrouw, Maria Scheepmaker. Zij was net bevallen van haar 12e kind, Karelina Hendrika, roepnaam Lien. Die bevalling verliep voor Maria destrasteus. Zij overleed op 1 januari 1912. Voor veldwachter Karel was het een ramp. Twaalf kinderen, zijn vrouw dood, er moest iets gebeuren.
De jongere zus van Maria, Johanna, hielp Karel met alles wat in haar vermogen lag. En het moet hebben geklikt tussen Karel en haar, want zij trouwden nog geen half jaar later.
Op 36-jarige leeftijd kregen zij hun eerste kind, Tweede Kerstdag 1913. Een jongen. Roepnaam: Leo.
Leo groeide op in Hoofddorp en was negen jaar toen hij met zijn ouders naar Amsterdam verhuisde. De slanke jongen was niet dom. Integendeel zelfs. Hij ging naar de Christelijke HBS, haalde in 1932 zijn diploma HBS A en solliciteerde meteen bij de Kamer van Koophandel, waar hij werd aangenomen. Militaire dienst ging aan hem voorbij vanwege broederdienst. In 1933 haalde Leo ook zijn diploma Engelse handelscorrespondentie. De jonge Frugte deed het goed op zijn werk en uiteindelijk bleef hij 12,5 jaar in dienst.
So far, so good. Leo was sportief, voetbalde bij Electra en beoefende de atletieksport bij dezelfde vereniging, waar hij ook nog het secretariaat voor zijn rekening nam. Hij beschikte daarnaast over een uitstekende pen en hield van het schrijven van verhalen. Misschien kwam het door zijn halfbroer Dirk, die ook gezegend was met een creatieve geest en zijn pen en vooroorlogse schrijfmachine veelvuldig gebruikte.
Ongetwijfeld moest de familie Frugte trots zijn geweest op Leo, toen één van zijn verhalen in 1938 het Algemeen Handelsblad en het Bataviaasch Nieuwsblad haalde: Het Begin, zo luidde de titel van zijn verhaal over het schrijven van een detective-story.
Leo woonde tot zijn 26e bij zijn ouders Karel en Johanna in de Willem Beukelsstraat in Amsterdam. Een groot herenhuis, met veel kamers en een grote tuin. En met een grote familie in huis. Zijn leven nam een wending toen hij in 1936, en misschien was het ook al eerder, bevriend raakte met de 21-jarige An (Annie) de Kruijf, de oudste dochter van Evert de Kruijf en Bets La Grouw. An, door Leo in vele brieven ook Anneke genoemd, werkte in de verpleging. Zij had eerst de huishoudschool doorlopen en vervolgens twee jaar gewerkt als leerling-verpleegster in Sanatorium Erica in Nunspeet. In 1936 kon zij aan de slag in Huize Eber Haezer in de Beethovenstraat in Amsterdam. Het vermoeden is dat Leo via zijn zus Corrie in contact kwam met An. Corrie en An waren mogelijk via de huishoudschool bevriend met elkaar geraakt en An moet ongetwijfeld meerdere keren bij Corrie thuis zijn geweest in de Willem Beukelsstraat. De vriendschap tussen Leo en An werd snel meer. Zij raakten verliefd.
Leo schreef regelmatig brieven aan zijn geliefde. Weliswaar was in de Willem Beukelsstraat een telefoon aanwezig, maar de arme familie De Kruijf, Evert was metaalbewerker, kon zich dat niet veroorloven. Een aantal van die brieven bleef bewaard en daarin werd de grote liefde van Leo voor zijn An duidelijk. Andersom was het overigens ook zo. Er was geen betere man dan Leo, zo vertelde mijn moeder later veelvuldig.
Trouwplannen
Er kwamen plannen om te trouwen. Maar eerst moest een woning worden gevonden en uiteindelijk diende die zich aan in de Jan van Galenstraat in Amsterdam West. Op de derde verdieping op nummer 157. Woonkamer, zij-kamertje die als slaapkamer dienst deed, een slaapkamer aan de achterkant, balkon en een zolder, waar ook een kamertje kon worden gerealiseerd.
Op 25 mei 1939 kreeg het a.s. echtpaar de sleutels, op dezelfde dag trouwden Annie, 24 jaar oud, en Leo (25) in het stadhuis. Als getuigen traden op Rika, de jongere zus van Leo en Ger de Kruijf, broer van An. In de huwelijksakte zijn verder ook de handtekeningen te lezen van Evert en Bets de Kruijf en van Leo’s vader, de 68-jarige Karel. Johanna, Leo’s moeder, was toen al overleden. Voor meer info over deze trouwdag én foto’s, klik HIER.
Het waren geen gemakkelijke tijden voor mijn ouders. Leo had een inkomen van ongeveer 1200 gulden per jaar, en An, mijn moeder, had geen werk. Daarmee moesten zij het doen. Een zesdaagse werkweek, zaterdag tot één uur, en verder was er wat ontspanning door de week met sporten en op zondag een wedstrijdje voetbal. Maar toch, Leo had een vaste baan, er zat toekomstmuziek in zijn werk en af en toe kon hij wat bijsnabbelen door schrijfaktiviteiten voor de krant.
Zelfs toen de Duitsers Nederland op 10 mei 1940 binnenvielen, leek er voor het jonge echtpaar niets aan de hand. Vermoedelijk was er zelfs een gevoel van opwinding. De Duitsers kwamen. Het kon nu alleen maar beter gaan, zo werd mogelijk gedacht in de Jan van Galenstraat. Immers, de armoede, de werkeloosheid waarmee de familie te kampen had, kon nu misschien worden bestreden.
Reden tot klagen was er niet. En de bezetting van het land….ach, het kon erger, toch?
Het zijn misschien veronderstellingen, maar de feiten spreken ook voor zich. Zoals valt te lezen in het vervolg over zijn leven in een ander verhaal, dat ook is te lezen op deze site. Klik HIER voor het vervolg. Leo Frugte overleed op 3 augustus 1951. Veel te vroeg.
Karel Frugte