Uit graf gehaald…

De Nieuwe Ooster, waar bekende personen als Generaal van Heutz (rechts) liggen begraven en herdenkingen plaats vinden (links). Bron: Nationaal Archief.

Hij ligt er al een tijdje, de Nieuwe Ooster. Sinds 1894. Daarvoor had Amsterdam de Oosterbegraafplaats aan de Mauritskade, net buiten de Singel-rand, het huidige Oosterpark. Wie de Nieuwe Ooster van bovenaf bekijkt, ziet een prachtig park met vele graven, sommigen met indrukwekkende grafstenen, anderen zijn weer eenvoudig van opzet. De begraafplaats ligt aan de Kruislaan, niet ver van het Oosterpark, waar diep in de grond nog ongetwijfeld botten liggen van begraven Amsterdammers. Veel graven zijn in die tijd verplaatst naar de nieuwe begraafplaats, die aanvankelijk nog was omgeven door het groen.

De Nieuwe Ooster, waar tal van bekende Nederlanders als Jos Brink, Wally Tax, majoor Bosshardt, Eberhard van der Laan, Josine van Dalsum en generaal Van Heutz liggen begraven te midden van onbekende Amsterdammers die alleen voor familie en vrienden zichtbaar zijn. Ook mijn dierbaren vonden hier eens hun laatste rustplaats. Hun graven zijn inmiddels geruimd. De botten verzameld op de plek van een monument ter nagedachtenis van al degenen die op de Nieuwe Ooster en andere begraafplaatsen in Amsterdam eens begraven zijn geweest.

Kaart uit 1900 van Amsterdam. Goed is te zien dat de nieuwe begraafplaats ver buiten de bebouwing is geplaatst. Bron: Beeldbank Stadsarchief.

Ook de beenderen van mijn vader, opa en oom zullen daar ergens nog liggen. Misschien. Zeker weten doen we het niet.  Mijn opa Karel overleed een maand voor mijn geboorte en vond zijn laatste rustplaats op de Nieuwe Ooster. Zijn zoon Dirk Johan, mijn halfoom, volgde in 1949, nog geen jaar later. En mijn vader, 37 jaar oud slechts, was de volgende in de rij. In 1951.

Leonard Johan Frugte 1913-1951

Mijn vader heb ik nooit bewust gekend. Ik was daarvoor te jong. Hoe hij precies is gestorven bleef in nevelen gehuld. Mijn moeder kon het niet aan hierover te vertellen. Heel begrijpelijk. Een noodlottig ongeval, stond op de rouwkaart vermeld.  Hij was geliefd bij familie en vrienden, had een baan met veel goede vooruitzichten, was gek op sport en verhalenschrijver bij uitstek. Een noodlottig ongeval? Zo zou je het kunnen omschrijven.

In dat vervloekte jaar leek alles goed te gaan. Een jaar eerder was mijn oom getrouwd. Mijn broers doorliepen de lagere school met goede cijfers. Moeder zorgde voor de kinderen en misschien kon al een auto worden aangeschaft, zo werd er al gedacht. We konden en gingen in dat jaar op vakantie. Naar Castricum, althans, dat werd later verondersteld, maar het moest Bergen zijn geweest, zo valt in een brief uit die tijd te lezen. Maar mijn vader Leo ging op donderdag of vrijdag 1 of 2 augustus niet direct mee naar onze vakantiebestemming. Hij zou later komen. Maar hij kwam niet.

Hoe het zich allemaal precies afspeelde is niet bekend, maar op 3 augustus werd mijn moeder via de telefoon – zo zou het kunnen zijn gegaan – gebeld door de politie of mijn opa (van moeders kant) dat vader dood werd aangetroffen op de zolderkamer van onze bovenwoning aan de Jan van Galenstraat. Zelfmoord? Ongeval? Hartaanval? De wereld stortte in voor  mijn moeder.

Wilhelmina Gasthuis

Het Wilhelmina Gasthuis in 1951. Bron: Beeldbank Stadsarchief Amsterdam.

Het was een niet-natuurlijke dood, het lichaam werd overgebracht naar het Wilhelmina Gasthuis om de doodsoorzaak te onderzoeken. Na drie dagen werd het stoffelijk overschot door justitie vrijgegeven. Door justitie?? Zo stond het in ieder geval op het overlijdenskaartje van de Nieuwe Ooster. De rouwkaart werd gemaakt, de begrafenis werd vastgesteld op 9 augustus. Vertrek was vanaf het voormalige ouderlijk huis van mijn vader aan de Willem Beukelszstraat en de ter aarde bestelling vond tegen een uur plaats. Was ik erbij als peuter? Waarschijnlijk niet. Mijn broers? Niet bekend. Wel werd daarna de vakantie in Bergen hervat. Voor de kinderen. Mijn moeder bleef tijdelijk in Amsterdam, bij haar jongere zuster aan de Solebaystraat.

Nooit is bekend geworden dat het lichaam van mijn vader vijf dagen na zijn begrafenis (op verzoek van justitie?) weer werd opgegraven. Reden: sectie op het lichaam. Diezelfde dag werd hij op dezelfde plek, maar in plaats van op de tweede op de eerste laag begraven. Het is allemaal terug te vinden in het grafregister van De Nieuwe Ooster, bij toeval onlangs ontdekt.

Ik was te jong om het allemaal bewust mee te maken. Mijn jeugdtijd voltrok zich zonder een vader, maar wel met een moeder die de vaderrol voor zover mogelijk overnam. Gesteund door haar oudste kinderen, mijn broers. Sinterklaas werd gewoon gevierd, we gingen op vakantie, mijn moeder werkte bij de bakker want er moest geld op de plank komen. De uitkering van de overlijdensverzekering bleef deels op de plank, voor later. Die werd later gebruikt voor de aankoop van een woning in Heiloo. Zoveel was wel mogelijk.

Duidelijkheid

Het was alsof het altijd zo was geweest en het duurde meer dan 47 jaar voordat er enige duidelijkheid kwam. Enkele maanden voor moeders’ overlijden kwam een stukje van de waarheid aan het licht. Ja, het was inderdaad een noodlottig ongeval. Als je het zo kon noemen. Een dodelijk ongelukje, niet gewild, toch gebeurde het.

Er zal nooit duidelijkheid komen over de exacte toedracht. De rapporten van de lijkschouwer zijn niet bewaard gebleven, evenmin de doodsoorzaken. Politierapporten en processen-verbaal worden na 20 jaar vernietigd  bij strafvervolging maar die was er niet.  Zonder strafvervolging na vijf jaar.  Het was een ongeluk. Dat was het. Het verdriet was er in ieder geval niet minder om. Maar het zal nooit bekend worden hoe de begrafenis uiteindelijk verliep. Wie er sprak. Of er bloemen waren, wie aanwezig waren….

Na het overlijden had mijn moeder alle steun van haar broers en zusters, van haar zwager, die voogd werd van ons, de kinderen. En de steun van haar eigen vader en moeder, mijn opa en oma, die haar ook in de jaren erna haar steun en toeverlaat waren. Dat ik goede herinneringen bewaar aan mijn jeugdjaren in Amsterdam, zegt alles over de familieband en de onvoorwaardelijke zorg voor ons, als kinderen. In de jaren erna bleek hoe ver mijn moeder hierin ging. Opleidingen, vakanties, pianolessen, alles voor de kinderen, niets voor haarzelf.

Televisie

Het jaar 1951. Ik weet mij er niets van te herinneren, maar weet nu wel hoe het leven buiten de deur was. Want in dat jaar werd Nederland verblijd met de eerste televisieuitzendingen in zwart witbeelden van de NTS, de Nederlandse televisiestichting.

Kinderpostzegels werden door schoolkinderen aan de deur verkocht. Willy Alberti zong zijn ”Mamma’, de eerste paal voor de nieuwbouw in de Slotermeer werd geslagen door minister In ’t Veld, de kerstbomen werden in het nieuwe jaar in opgehaald en verbrand, en veel Amsterdammers gingen snel naar Bakkum om hun staanplaats op de kampeerplaats veilig te stellen.

1951. Een jaar waarin mijn leven een andere wending nam. Het had allemaal anders kunnen zijn geweest….

In bijgaand fotoalbum zijn foto’s opgenomen uit de Beeldbank van het Stadsarchief van Amsterdam. De foto’s zijn omgezet van zwart wit naar kleur. Soms redelijk gelukt, soms iets minder. Maar maakt het beeld wel levendiger. Ook  het leven in 1951 was niet in zwart wit.

 

1951 De Nieuwe Ooster

Geef een reactie