Er vloeide een traantje…

ook van blijdschap

Op zondag 16 januari negentienhonderd en negen en veertig is geboren in de gemeente Amsterdam, Jan van Galenstraat 157, om veertien uur dertig minuten ‘Karel’ zoon van Leonard Johan Frugte, kantoorbediende en Johanna Elisabeth de Kruijf, zonder beroep. De aangifte is gedaan door de vader….

Zo luidde de tekst van de geboorteakte. Zondag 16 januari, ’s middags om half drie. Ik was een zondagskind. Er vloeide die zondagmiddag in Huize Frugte aan de Jan van Galenstraat in Amsterdam een klein traantje. Weer een zoon. De vierde. Geen meisje. Maar….ik was meer dan welkom. Zelfs al was ik de vierde jongen. Op die dag begon mijn leven in een bovenwoning aan de Jan van Galenstraat, 53 vierkante meter groot. Een woning die amper ruimte bood voor een gezin met vier kinderen, maar noodgedwongen het verblijf was voor vier volwassenen, zes kinderen en een baby. Vraag niet hoe het kan, maar zo ging dat in de naoorlogse jaren. Gebrek aan woonruimte, gebrek aan alles.

Ik wist hier weinig van. Toen niet. Vele jaren later nog steeds niet. In veel families werd in de jaren na de oorlog niet gepraat over het verleden, er werd geleefd in het heden en gekeken naar de toekomst. Het verleden moest worden uitgewist, maar de foto’s en de bewaard gebleven documenten vertellen voor veel Nederlanders, en ook voor ons, een verdrietig verhaal waarin de mooie momenten veelvuldig werden afgewisseld met moeilijke maanden.

Jan van Galenstraat

De Jan van Galenstraat, vele jaren later, in de jaren tachtig. Bron: Beeldbank Archief Amsterdam.

Amsterdam West, de Jan van Galenstraat, waar mijn leven in de eerste twaalf jaar zich afspeelde. In 1949, het jaar waar alles voor mij begon, werden op een paar honderd meter van ons huis, voorbij de Hoofdweg en het zwembad – het Jan van Galenbad – de landerijen voorbereid voor het grote uitbreidingsplan Slotermeer. Amsterdam ontwaakte. De stad van voor de oorlog stond op het punt te worden getransformeerd naar een voor Nederlandse begrippen echt grote stad met tienduizenden nieuwe woningen ten westen, noorden en zuiden van de bestaande bebouwingen.

De geschiedenis van de Jan van Galenstraat in Amsterdam begon in de jaren twintig van de vorige eeuw. De straat werd vernoemd naar de Nederlandse vlootvoogd Jan van Galen, die in 1653 sneuvelde in de slag bij Livorno tegen de Engelsen. Aanvankelijk kwam de straat niet verder dan de Admiraal de Ruyterweg en pas eind jaren twintig, begin dertiger jaren, werd de weg met de bijbehorende woningen verlengd naar de Hoofdweg om tenslotte door te lopen naar de Ringspoorbaan.

De woningen van drie hoog, waar wij woonden, begon bij de Admiraal de Ruyterweg en liep door tot de Admiralengracht. De eerste bewoners kwamen in 1932. Wie op de derde etage woonde had uitzicht op het sportpark waar VVA speelde en korfbalvereniging Blauw Wit ook haar domicilie had. Wij hadden een prachtig uitzicht op het sportpark en het  Erasmuspark. Het leven in die tijd was zo beroerd nog niet voor ons als kind. Je kon heerlijk op straat spelen en op zondag kwam er af en toe een auto langs.

Er waren ook veel buurtwinkels beneden ons te vinden. Zoals een slager. Maar ook een schoenmaker, kapper, sigarenwinkel, een stofzuigerwinkel en op de hoek was een café. De bakker bevond zich achter onze straat, in de Pieter van der Doesstraat. Op een hoek. Een winkel waar later mijn moeder een baantje had als verkoopster van brood.

Een mooie dag

De mooiste dag van Leo en An: 25 mei 1939. Hun trouwdatum.

Voor mijn ouders, Leo en An, begon het leven aan de Jan van Galenstraat op 25 mei 1939. Het was een mooie dag, met vijftien graden Celsius werd die dag zelfs als warm ervaren. De aandacht in de kranten ging uit naar het bezoek van koningin Wilhelmina aan Brussel, maar dat interesseerde mijn ouders niet.
De aankondiging van het huwelijk werd gedaan op 9 mei in de hulpsecretarie Sloterdijk. De huwelijksvoltrekking vond in het stadhuis van Amsterdam plaats in aanwezigheid van onder meer de getuigen Rika Frugte, zus van Leo, en Ger de Kruijf, broer van Annie. Ook Karel Frugte, Leo’s vader, Evert de Kruijf en Bets la Grouw, zagen mijn moeder het ja-woord geven. Vol trots zullen zij hebben gekeken naar hun oudste dochter.
Leo was op die dag 25 jaar en ambtenaar bij de Kamer van Koophandel. Mijn moeder, An was 24 en zonder werk. Vader Karel (mijn opa dus) was op zijn 68e nog boekhouder, de 52-jarige Evert de Kruijf (mijn opa van moeders kant) was metaalbewerker. Leo’s moeder, mijn ziekelijke oma Johanna Scheepmaker, was vier jaar eerder al overleden. Op het stadhuis gaven zij elkaar het ja-woord en werden ringen uitgewisseld onder het toeziend oog van familieleden. Die dag betrok het kersverse bruidspaar ook hun nieuwe woning aan de Jan van Galenstraat.
Het gebeurde allemaal tien jaar voor mijn geboorte. Het jaar 1939. De oorlog was niet ver weg meer, de armoede heerste in Nederland. We wilden het niet weten, oorlog zal ons toch niet bereiken. Ook 25 jaar eerder, in 1914, gebeurde dat ook niet. Het is niet onze oorlog….toch?

 

Werklozen

Bouw van Kamp Westerbork in 1939. Bron: Anne Frank Stichting

Er waren ook veel werklozen. Die werden weer ingezet voor het aanleg van diverse stadsparken. En ook voor andere grote projecten die in die tijd waren. Joodse vluchtelingen kwamen naar Nederland. De toelatingseisen werden strenger, alleen zij die konden bewijzen dat zij in het land van herkomst gevaar liepen werden toegelaten. De regering was ook bang dat toelating van veel Joden het antisemitisme zou doen toenemen. Het opvangkamp voor de Joden was kamp Westerbork, dat in 1939 werd gebouwd in opdracht van de Nederlandse regering om toegelaten Joodse vluchtelingen op te vangen, in afwachting weer van uitzetting.

 

1939: het jaar van de mobilisatie

Het jaar 1939 was ook het jaar van de mobilisatie van ons land, die vanaf augustus plaatsvond. Maar het leven ging echter gewoon door. De eerste elektrische tandenborstel kwam ergens in de wereld op de markt, films als Gone with the wind, The Wizard of Oz en Stage Coach waren populair.

Het was een bizarre tijd, waarin verkeerde keuzes grote gevolgen hadden. Zeker voor mijn vader, die dacht goed te doen door toe te treden tot de NSB. Dat gebeurde al in 1938 waarna in 1939 hij weer bedankte. Een ambtenaar mocht geen lid zijn van de NSB.

De NSB kreeg in 1939 acht procent van de stemmen in de Provinciale Statenverkiezingen. Dat was niet voor niets, omdat de economie in die jaren stagneerde. Het waren stemmen uit ontevredenheid. Gevolg was ook dat radicale elementen in de samenleving zich aangetrokken voelde tot deze beweging.
Voor mijn vader was het leed echter geschied. Hij stond op de ledenlijst van de NSB en wat dit betekende werd pijnlijk duidelijk op 4 juni 1945, toen hij in zijn woning aan de Jan van Galenstraat, met een zakmes in zijn zak en tien gulden, werd aangehouden. Het waren traumatische gebeurtenissen op de bovenwoning in Amsterdam, die lang hebben doorgewerkt in de familie. Uiteindelijk kwam Leo Frugte in juni 1946 weer vrij. Zijn verweerschrift en een brief van de buren, die aangaven dat hij zelfs tijdens de oorlog een radio van hen in onze woning had verborgen, hielpen ongetwijfeld. Leo kon zijn leven weer oppakken, maar wel met de herinneringen aan de ontberingen in de diverse deportatiekampen.

Opvangcentrum

De Jan van Galenstraat 157 drie hoog werd in de eerste jaren na de oorlog het ‘opvangcentrum’ voor familieleden, die geen dak meer boven hun hoofd hadden. De kleine woning van 53 vierkante meter groot had ruimte genoeg om gemiddeld tien personen te doen huisvesten. Broers, zusters en hun kinderen sliepen allemaal in het huis. Ook opa en oma De Kruijf. Er werden in die jaren kinderen geboren en armoe geleden. Moeder moest de hand ophouden bij de gemeente. Geen werk, geen inkomsten, kinderen om voor te zorgen, geld om uit te geven was er bijna niet. Het hoogst noodzakelijke aan eten en drinken kon worden aangeschaft. Het was eenvoud troef.

De familie

Karel Frugte, mijn opa

Mijn vader werd in Hoofddorp in 1913 geboren. Hij was het dertiende kind van mijn opa naar wie ik ben vernoemd. Karel Frugte, bakker, veldwachter, politieman, veilingmeester en boekhouder. Maar vooral heel erg gereformeerd. Dat had hij waarschijnlijk weer van zijn vader, Hendrik Frugte, godsdienstonderwijzer en voorganger. Mijn opa was getrouwd met Maria Scheepmaker, die na het twaalfde kind in het kraambed overleed. Haar zus, Johanna, was voor mijn opa een goede vervangster. Zeven maanden na het overlijden van Maria trouwde mijn grootvader met Johanna. Samen kregen zij nog vijf kinderen, de eerste was mijn vader.
Mijn moeder was het eerste kind van metaalwerker Evert de Kruijf en Bets La Grouw. Er volgden nog vier, twee meisjes en twee jongens. Evert was de zoon van bloemist Gerrit de Kruijf uit Driebergen.
De familie kwam dus oorspronkelijk niet uit Amsterdam. De Frugte-tak heeft Duitse roots die teruggaat tot de 17e eeuw. Voor de geschiedenis van De Kruijf moet naar het midden van het land worden gegaan, met name Driebergen en het land ten zuiden van deze plaats. De verre voorouders van De Kruijf waren welgestelde boeren, ergens in de veertiende tot de achttiende eeuw. Daarna werd de welvaart vervangen door armoede.

Moeilijke tijden

Het waren natuurlijk in de eerste vijf jaren na de oorlog moeilijke tijden op de bovenverdieping aan de Jan van Galenstraat, maar geleidelijk aan begon toch de zon weer te schijnen. Leonard Johan Frugte werkte al weer enige tijd bij de firma Knegt en Zn. Zijn nevenactiviteiten van voor de oorlog had hij ook al weer opgepakt: schrijven voor de krant. Hij werd sportmedewerker van Sport en Sportwereld van het AD, schreef regelmatig over het voetbal en deed dat op verdienstelijke wijze. Mijn vader was geliefd, was een sympathieke persoonlijkheid en een geziene en gewaardeerde collega op zijn werk. Moeder zorgde voor het gezin.

De oudste twee gingen naar de Ds. Mansveltschool, een school voor christelijk onderwijs, gevestigd aan de Karel Doormanstraat, voorheen de Zeven Provinciënstraat geheten. Ik lag in de wieg of werd in de box gelegd, mijn moeder ging de voordeur uit, de trap omhoog om op de zolderetage, gedeeld door de buurtgenoten van het trapportaal, de was te doen. De wastobbe met wasbord, wringer en buiten op het platte dak de was ophangen. Wees gerust, mijn moeder zou mij nooit alleen achterlaten.

 

Het dagelijkse leven in 1949

De draadomroep en wastobbe

In de woonkamer hing naast de deur de luidspreker van de draadomroep. De ‘kabelradio’. Met de schakelaar had je vier keuzes: Hilversum 1, Hilversum 2 en twee buitenlandse radiozenders. Een mooie uitvinding, want het geluid was altijd goed. Op Hilversum 2 was om 10.50 uur ‘Kleutertje Luister’. De kleuters kregen alle aandacht. Arie Snoek achter de piano (later Joop Stokkermans), Herman Broekhuizen en Lily Petersen vertelden de mooiste verhaaltjes.
’s Avonds zaten hele families te luisteren naar de Bonte Dinsdagavondtrein met onder meer Kees Pruis en Teddy Scholten. Dezelfde Teddy die later nog het Eurovisie Songfestival zou winnen. De Bonte Dinsdagavondtrein was een bijzonder programma, dat door de AVRO werd uitgezonden, zowel voor als na de oorlog. Het publiek werd per trein naar Hilversum vervoerd en vervolgens door het Philips Fanfareorkest naar de AVRO-studio’s begeleid. Het was ook een vorm van ledenwerving voor de omroep. En de hit van het jaar was ‘Er hangt een paardenhoofdstel aan de muur’ van jawel, de Kilima Hawaiians. Luister maar en klik op deze LINK.

 

Bunkers op het Museumplein. Bron: Stadsarchief Amsterdam, beeldbank.

In Amsterdam waren de herinneringen aan de oorlog nog heel zichtbaar. De bunkers op het Museumplein, die pas in 1953 werden opgeruimd, de open wond van de Jodenbuurt, de armoede, berechting van Willy Lages. En misschien de belangrijkste gebeurtenis van het jaar, de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië.
Het jaar 1949, mijn eerste jaar op deze wereld.

 

Amsterdam in 1949

Hoe was het leven in Amsterdam in mijn geboortejaar? Een greep uit 1949. De foto’s zijn afkomstig uit de beeldbank van  het Archief Amsterdam en de Rijksvoorlichtingsdienst. En ze zijn van zwart wit vertaald naar kleur. Immers, het leven in 1949 was uiteraard niet in zwart wit en grijs. Levende beelden zijn er uiteraard ook. Klik op deze LINK om naar de pagina met filmbeelden uit 1949. Een stukje geschiedenis die tot leven komt.

 

 

1949: Zondagskind
Getagd op:            

Geef een reactie